Tips voor muziekproductie

Handig, een cheatsheet voor beginners en gevorderden.

Klik voor de tips

  • Bereid je mix goed voor. Maak een format met alle instellingen die je prettig vindt werken. Denk hierbij aan de hoeveelheid kanalen. Welke standaard plug-ins je wilt per kanaal. Of je instrumenten wilt groeperen. En welke kanalen je door wilt sturen via een bus naar een aux send.

     

  • Neem voldoende pauze tussen je mix sessies. Je oren hebben rust nodig. En maak hierbij gebruik van de momenten waarop je weer frisse oren hebt. De eerste 10 minuten zijn meestal de minuten dat je het scherpst bent en vallen je de meeste dingen op.
  • Als je gaat luisteren om te kijken wat je wilt aanpassen in de mix schrijf dan eerst alles op en ga niet direct verandering aanbrengen. Op deze manier maak je het efficiëntst gebruik van de momenten dat je oren fris zijn. Ook voorkomen hiermee dat je dingen vergeet of over het hoofd ziet.
  • Als je werkt aan een overgang denk dan altijd aan de drie dimensies voor een overgang. Deze dimensies zijn diepte breedte en hoogte. Diepte beïnvloedt je met de hoeveelheid galm, delay, droogte en hoe dichtbij een instrument of zang is opgenomen (close-mic). Breedte beïnvloedt je met het verspreiden van je stereo geluid door bepaalde frequenties meer naar links of naar rechts te plaatsen en het pannen van je kanalen (rechts midden en/of links plaatsen). De hoogte bepaal je door te bepalen welke frequenties je dominant en minder dominant wilt hebben. De lage frequenties kun je letterlijk zien als ‘beneden’ in je mix en je hoge frequenties als de boven in de mix.
  • Houd voldoende ruimte over tijdens het gainstagen (het moment dat je je instrumenten of zang gaat opnemen en bepaald met hoeveel gain je dit gaat doen) voor het mixen en  masteren.
  • Dubbel je tracks, bijvoorbeeld een gitaarpartij of de zang voor een voller geluid. Maak eventueel gebruik van een limiter om het verschil tussen zachte en harde passages te verkleinen.
  • Bedenk dat het oor het meest gevoelig is voor de midden frequenties. Soms is het hierom zinvol om niet de volume van een track te verhogen maar om bepaalde frequenties te versterken of uit te vergroten die dichter bij het midden spectrum liggen.
  • Zorg voor een goede geluidsgolf als je op gaat nemen. In andere woorden: niet te veel gain en niet te weinig gain. En onthoud de hoeveelheid gain waarmee je opneemt voor als je weer een andere keer een opname gaat maken voor het zelfde spoor.
  • Verdeel je instrumenten en zang over het frequentie spectrum. Zorg ervoor dat het frequentie spectrum evenredig verdeeld is. En dat er zo min mogelijk sprake is van overlappende frequenties tussen de instrumenten en of zang. Als er sprake is van overlappende frequenties kies dan bij welk instrument je de dominante frequentie eruit filtert en eventueel andere frequenties versterkt.
  • Als je denkt dat er een storende frequentie zit op een spoor maak dan een band op de equalizer heel smal, gooi het volume omhoog en ga heen en weer. De frequentie die het hardste klinkt is dan hoogstwaarschijnlijk de dominante frequentie die je eruit wilt hebben.
  • Hou zoveel mogelijk de band in je equalizer breed. Hiermee voorkom je dat je groepjes specifieke frequentie’s versterkt wat uiteindelijk voor onrust zorgt in het geluid.
  • Probeer eerst frequenties te verminderen alvorens je besluit frequenties te versterken.
  • Maakt goed gebruik van je aux kanalen, ook wel busses genoemd of sends. Het geluid van ieder kanaal kan je namelijk doorsturen naar een nieuw kanaal. Op deze manier kan je gemakkelijk je kanaal splitsen in een droog kanaal, oftewel geen effecten, en een nat kanaal, oftewel met effecten. En door je kanaal op te delen in twee kanalen behoud je de speelruimte om heel secuur te bepalen hoeveel van een bepaald effect je in je mix wilt hebben. Om ervoor te zorgen dat je het geluid van je natte kanaal onafhankelijk kan in regelen van je droge kanaal zet je je send op ‘pre-fader’. Als je dan het volume veranderd van je droge kanaal blijft het signaal van je natte kanaal onveranderd.
  • Maak groepjes van instrumenten die in het zelfde frequentie spectrum zitten en stuur ze naar één aux. Denk bijvoorbeeld aan de bas en de kick van het drumstel. Dit doe je door het signaal van de bas via een send te zenden naar een nieuw kanaal/aux en het signaal van de kick naar dit zelfde kanaal. Op deze manier kan je gemakkelijk een breder frequentie spectrum in een keer beïnvloeden. Dit kan je ook doen met de gitaar, piano en zang voor de midden frequenties en een hoge synthesizer en de hoge frequenties van het drumstel van de hogere frequenties.
  • Mix je kanaal met compressie met een kanaal zonder compressie. Hiermee behoud je de dynamiek en levendigheid (ook wel parallel compression genoemd).

 

  • Kies altijd voor meerdere compressors in plaats van heel veel compressie met één compressor. Je kan ook de hoeveelheid compressors verdelen over de kanalen groepen en bussen (ook wel serial compression genoemd).

 

  • Sommige compressors hebben een eigen geluid of kleur van zichzelf. Vraag je af of je dit wenselijk vindt en zo ja of het past bij het desbetreffende instrument of song die je opneemt met de compressor.

 

  • Je kan compressie ook gebruiken om het signaal van een andere track te beïnvloeden. Het signaal van een ander geluid bepaald dan de hoeveelheid compressie. Dit wordt ook wel side-chain compression genoemd. Dit is handig als je compressie alleen op specifieke plekken wilt. Bijvoorbeeld bij het signaal van een gitaar. Hierbij is het soms wenselijk dat op het moment dat de snare te horen is het signaal van de gitaar iets minder stevig is waardoor die snare beter naar voren komt. Of denk aan het signaal van de zang die door het signaal van een synthesizer moet komen. Door side-chain compression te zetten op het kanaal van de synthesizer, aangestuurd door het signaal van de zang, wordt de zang beter hoorbaar op de momenten dat het samen klinkt met de synthesizer.
  • Speel met de verschillende typen galm. Je hebt digitale galm, denk aan shimmer, analoge galm, denk aan galmplaten en springgalm en galm die ruimtes nabootsen.

 

  • Stel je hebt lekker veel galm op een zanglijn maar je wilt eigenlijk alleen dat de galm tussen de passages hoorbaar is en niet tijdens het uitspreken van een zin zelf. Wat je dan kan doen is het toepassen van side-chain compression op de galm. Eerst zorg je voor twee kanalen voor je zanglijn, waarbij je het ene signaal via een bus doorstuurt naar een aux send (hoe je dit doet lees je onder compressie). Vervolgens zet je galm en compressie op het ene kanaal en houd jij het andere kanaal droog. Op het kanaal met compressie en galm zet je side-chain compression aan. Het droge signaal van de zang zorgt er dan voor dat de galm minder is op het moment dat er gezongen wordt. Zodra de zang stopt stopt ook de compressie en is je reverb weer goed te horen.
  • Speel met de verschillende soorten delay (echo). Je hebt korte delay ook wel slap echo genoemd, lange delay, stereo delay, digitale delay, analoge delay en tape delay.

 

  • Net zoals beschreven bij reverb kan je ook side-chain compression gebruiken voor delay. De truuc is precies het zelfde. Hiermee voorkom je dat je tijdens het zingen of bijvoorbeeld een gitaarsolo te veel delay hoort waardoor het onrustig wordt.

 

  • Als je meer diepte wilt of een groter geluid wilt creëren dan werkt delay vaak net zo goed als reverb. En delay is over het algemeen iets schoner voor je mix

Meer berichten

Translate